Zo'n vijftien schilderijen van Van Gogh, Cézanne en Le Fauconnier komen naar het Stedelijk Museum Alkmaar. Het museum leent de werken voor een tentoonstelling over de invloed van deze meesters op de Bergense School. Een aantal eigen doeken vanuit die kunststroming zijn opgeknapt om vanaf eind april opgefrist tussen de 'grote broers' te kunnen hangen.

Eén van de opgefriste schilderijen is 'Bos bij Duinvermaak' uit 1913 van Jaap Weijand. "Het schilderij had een erg vergeelde vernislaag, die heb ik er met wattenstaafjes af gerold", legt restaurator Jazzy de Groot aan mediapartner NH Nieuws uit. "Ik was er een dag of zes mee bezig; het ging nog vrij vlot."

Het schilderij onderging een ware metamorfose. "Het blauw en roze spat er af", stelt conservator Marjan van Heteren tevreden. Zij deed vijf jaar onderzoek naar de in Frankrijk gemaakte doeken die de jonge kunstenaars in Bergen inspireerden. Om schilderijen van de bekende schilders naar Alkmaar te krijgen moest Van Heteren in binnen- en buitenland musea en collectiebeheerders over zien te halen. "Dit zijn voor veel musea topstukken, dus die willen ze niet graag uitlenen. Gelukkig is dat wel gelukt."

In 1951 was er voor het laatst werk van Van Gogh in het Alkmaarse museum te vinden. De stukken van Vincent van Gogh, Paul Cézanne en Henri Le Fauconnier werden eigenlijk vorig voorjaar al verwacht, maar corona en de nasleep maakten dat de tentoonstelling werd doorgeschoven.

De expositie 'Van Gogh, Cézanne, Le Fauconnier & de Bergense School' opent op 29 april. Meer op stedelijkmuseumalkmaar.nl. (foto: NH Nieuws)